Unieke mok met gebakken afbeelding van een Lepelaar.
Tussen alle bruine en grijzige vogels op het wad is de lepelaar met zijn witte veren, zijn sierlijke pluim en natuurlijk zijn bijzondere snavel, een opvallende verschijning. In voorjaar en zomer dragen de mannetjes hun ‘prachtkleed’, met een geel-oranje vlek op de borst. Hun sierlijke kuif kunnen ze actief bewegen. Het zijn ook gevoelige vogels. Met hun snavel kunnen ze precies voelen waar hun prooi zit. Zo weet hij heen en weer schuddend met zijn kop een maaltje van steurgarnalen en stekelbaarsjes te scoren.
Lepelaars, die wel 28 jaar kunnen worden, komen altijd terug op de plek in het waddengebied waar ze zijn geboren. Hier gaan ze zelf ook weer broeden. Ook zoeken ze steeds dezelfde plek uit om voedsel te zoeken. Zo honkvast als ze zijn wanneer het om hun leefgebied gaat, zo losjes gaan ze om met relaties. Elk jaar wordt een nieuwe partner gekozen om jongen mee groot te brengen.
In de winter trekken ze als ouden van dagen naar warmere oorden om daar te overwinteren. Vanaf februari verhuizen ze weer naar hun broedgebieden. Hun honkvastheid heeft wel een nadeel. Ze trekken elke keer weer terug naar plekken waar door klimaatverandering en zeespiegelstijging hun nest steeds vaker onderloopt.
Afmeting: 9,5 cm hoog en 8 cm
Ø
De mok is verkrijgbaar met diverse Terschellinger afbeeldingen.